De hufter op het witte paard - Kapitel 11
je vandaag niet met mij naar When Harry met Sally kijkt, dan vertel ik je beste vriend dat je mij soms muizensnoetje noemt.’
Op mijn eerste afspraakje met dr. Daniel Hofmann was ik perfect voorbereid. Ik betrad het restaurant als ware ik Madonna die er een afspraakje heeft met een journalist van Vanity Fair .
Helaas was dr. Daniel Hofmann er nog niet om mijn entree op waarde te kunnen schatten. Shit. Terwijl ik met opzet tien minuten te laat was. En ik kon toch slecht mijn enkellange lakleren jas, waarmee ik opzien had willen baren bij dr. Hofmann, aanhouden. Weemoedig keek ik mijn jas na toen de ober hem naar de garderobe sleepte.
Ik had gevraagd om een intiem tafeltje aan een van de achterste ramen en kreeg een piepklein tafeltje helemaal vooraan bij de ingang, waar je elke keer dat de deur opengaat kippenvel op je kuiten krijgt. Zo gaat dat met personeel in hippe gelegenheden. Als ze je naam niet kennen uit de krant behandelen ze je alsof je wegwerpaanstekers uit Thailand wilt verkopen in hun zaak.
Net toen ik mismoedig wilde gaan zitten, kwam dr. Daniel Hofmann binnen. Voordat hij mij begroette, begroette hij de eigenaar van het restaurant.
`Salvatore, come’sta ?’
` Bene, bene. Grazie, dottore! Uwe tafeltje isse natuurlijk vrije.’
`Dank je. Ik heb een afspraak. De dame wacht al.’
Hij knikte in mijn richting. Salvatore spoedde zich naar mij toe. Ik probeerde ongeïnteresseerd te kijken.
` Signora! Scusate! Waarom u hebben niets gezegde? Hierheen, alstoeblieft, hierheen, naar deze tafeltje.’
Hij leidde ons naar een intiem tafeltje aan een van de achterste ramen. Hij wapperde met een servet wat denkbeeldige kruimeltjes van het tafellaken en haalde ondertussen discreet het bordje met reservato weg.
` Grazie , Salvatore,’ zei ik genadig. Ik mocht mijn gezicht niet verliezen.
Dr. Hofmann zag er fantastisch uit. Ik zag er fantastisch uit. Ik had de afgelopen drie dagen vrijwel niets gegeten, en wel om twee redenen:
1) ik wilde op deze belangrijke avond honger hebben. Als ik iets heb geleerd, dan is het dat mannen van vrouwen houden die stevig kunnen eten. Dat getuigt van zinnelijkheid en genotzucht. Daarbij is het natuurlijk wel belangrijk dat die vrouw, hoewel ze graag eet, toch ook slank is. Anders lijkt ze ongedisciplineerd;
2) ik wilde mijn strakke zwarte jurkje dragen. En daarin zie je werkelijk elke ronding. Toen ik het de laatste keer aanhad op een bedrijfsfeestje, vroegen minstens vier collegaatjes of ik `in blijde verwachting’ was. Zelfs mijn baas werd wantrouwig en riep mij de volgende dag in zijn kantoortje om te vragen hoe lang ik van plan was zwangerschapsverlof te nemen. Zoiets pijnlijks wilde ik mezelf een tweede keer besparen.
Mijn buik was verrukkelijk plat. En dankzij een stevige portie Maalox knorde hij niet meer. Borsten had ik voor deze gelegenheid uiteraard speciaal aangetrokken. Plus mijn `wonder-Po’-panty. Die heet echt zo. `Voor een sexy achterwerk’. Daarin heb ik, zoals Big Jim goedkeurend zegt, een `rattenscherpe negerkont’.
Ja, ik was goed voorbereid. Had zelfs systeemkaartjes volgeschreven met mogelijke gespreksonderwerpen en ze decent in mijn tas gestopt. Mocht de conversatie stokken, dan kon ik altijd nog onopvallend naar mijn lippenstift graaien en dan met een nieuw, opwindend gespreksthema op de proppen komen:
`Nieuw toneelstuk over het leven van Heiner Müller.’
`Discutabel hoofdartikel in de Zeit over de conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken.’
`Hervorming van de gezondheidszorg.’
`Euthanasie.’
Of, op het meer persoonlijke vlak:
`Gezinssamenstelling.’
`De arts tussen mens en machine.’
Uiteraard had ik mezelf over al deze thema’s ook een interessante mening aangemeten met behulp van Big Jim. Overigens had Jim bij het afscheid nog gezegd dat ik gewoon mezelf moest zijn. Laat me niet lachen. In wat voor wereld leeft die jongen eigenlijk?
Ik was geheel en al mezelf. Het punt is namelijk dat ik zo stom ben om niet alleen geen van de tevoren uitgedachte tactieken toe te passen, maar dat ik ze ook nog eens doodleuk verklap.
Al na tien minuten had ik dr. Hofmann mijn afspraakjestactiek uit de doeken gedaan, over mijn dieettactiek verteld en had ik mijn systeemkaartjes op tafel gelegd.
Na twintig minuten stelde hij voor elkaar te tutoyeren, na 45 minuten vroeg hij of ik wel eens in therapie was geweest en na een uur waren we het volgende over elkaar te weten gekomen:
a)we lijden allebei onder een dominante vader;
b)we zijn allebei dol op reclames en kennen hele spotjes uit het hoofd;
Ik zong hem mijn favoriet voor: ` I like those crunchips gold’n brown. Spicy and tasty and crispy in sound! Oewah! Crunchips! Crunch mit!’ (In gezongen vorm is dat uiteraard een stuk indrukwekkender.)
Daniel diende me van repliek met de geniale dialoog: `Zeg eens, eet een sportieve vrouw als jij eigenlijk chocolade?’
`Natuurlijk wel, maar alleen als hij licht is. Zoals Yogurette.’
Ha! Ik pakte de kurk van de wijnfles, sloot mijn vingers eromheen en zei wijsneuzig: `O.b. doet z’n werk op een natuurlijke plaats. In je lichaam.’
Hij zei: `Maar dat isse helemaal niet een auto.’
c) we vinden allebei dat de tv acuut uit moet zodra Charles Bronson, Burt Reynolds, Chuck Norris of Hulk Hogan in beeld komt;
d)we vinden allebei dat Isabelle Adjani er altijd uitziet alsof ze op het punt staat om te gaan kotsen;
e)we vinden allebei dat ansjovis, kappertjes en spruitjes zo smaken als Isabelle Adjani eruitziet;
f)we zijn dol op de late voorstelling in de bioscoop;
g)we haten mensen die dingen zeggen als:
`Ik ken mijn pappenheimers toch.’
`Gesnopen.’
`Dat kan Bruin niet trekken.’
`Nou doei hè.’
Het was een heerlijke avond. Veel gedronken. Veel gelachen. Ik moet zeggen dat Daniel voor een arts verbazingwekkend veel humor heeft.
De dokters die ik tot nog toe heb leren kennen waren altijd vreselijk eendimensionaal. Neuzelden eindeloos over hun vakgebied, naar keuze over vochtige uitslag (huidarts, niet aan te raden voor mensen die lekker verder willen eten), kleincellige bronchiaalcarcinomen (longarts, niet aan te raden voor rooksters) of schizofrenie (psychiater, voor niemand aan te raden).
Daniel vertelde allerlei komische anekdotes uit zijn moeilijke jeugd. Die was trouwens vooral voor zijn ouders moeilijk. Daniel had namelijk nooit zin om zijn huiswerk te maken. Volstrekt normaal, natuurlijk. Maar toen hij voor de achtste keer zonder excuus met een leeg schrift in de klas verscheen, bedacht hij een volstrekt abnormale smoes. Hij brak in tranen uit en zei tegen zijn lerares dat zijn vader een paar weken eerder was overleden. En nu was hij helemaal uit zijn doen en hoopte dat ze begrip had voor zijn droevige situatie.
Twee maanden lang liet zijn lerares hem met rust. Tot de volgende ouderavond. Vader Hofmann ging voor het eerst ook mee, kerngezond natuurlijk, en was verbijsterd toen de klassenlerares eerst zijn vrouw begroette en hem vervolgens vragend aankeek en zei: `En u? Bent u de nieuwe levenspartner van mevrouw Hofmann?’
We waren bij de onderste etiketrand van de tweede fles wijn aanbeland. Het was de hoogste tijd om een erotische draai aan het gesprek te geven. Het is mijn ervaring dat het bespreken van erotische onderwerpen een erotiserend effect heeft op de gesprekspartners.
Ik wilde net van wal steken en een opgewekte anekdote uit mijn seksleven opdissen toen Daniel op zijn horloge keek. Duur horloge. Maar een heel slecht teken! Had ik hem verveeld? O lieve herejezus, nee! Was ik te ver gegaan?
Had ik mijn mond moeten houden over mijn terugkerende nachtmerrie? (Ik loop langs een groot bouwterrein en niet een van de bouwvakkers fluit me na.) Had ik mijn verstoorde verhouding met orde niet naar voren moeten brengen? (Ik weet dat ik drie cd’s heb van Joni Mitchell, maar ik weet niet waar. Ik weet dat ik sociaal verzekerd ben, maar ik weet niet waar.)
`Ik moet zo langzaamaan eens opstappen. Morgen vroeg op. Ik moet naar een congres in Oldenburg.’
Als dat geen smoes was, was het absoluut een goede reden.
`Nog wel bedankt voor een leuke avond,’ zei ik en gaf onderwijl een teken aan de ober dat hij de rekening moest brengen. Een slimme vrouw moet weten wanneer ze zich bij een feit moet neerleggen.
Daniel stond erop dat hij zou betalen. Eigenlijk had ik dat willen doen. Als goedmakertje. Maar ik vond het nu wel best zo. Ik hou van mannen die betalen. Dat vind ik mannelijk. Daarin ben ik heel ouderwets. Ik weet nog dat ik een paar jaar geleden eens met een onwaarschijnlijk knappe man uit was die de kelner om een blocnote en pen vroeg om uit te rekenen wie er hoeveel moest betalen. Tot dan toe was ik nog van plan geweest met hem naar bed te gaan. Maar waarschijnlijk had hij ook de taxikosten naar mijn huis willen delen.
Daniel en ik stonden op straat en wachtten op de taxi’s die Salvatore voor ons had besteld. We moesten allebei een andere kant op.
Wat nu? Zoenen? Hand geven? Tot ziens. En dat was het dan?
`Ik kom zondag weer terug. Heb je zin om maandagavond bij mij te komen?’ zei Daniel.
Yeeees!
Nu cool blijven. Voorlopig zei ik nog niks.
`Ik ben een heel goede kok. En bovendien, dan kun je jezelf ervan overtuigen dat ik alle Miss Marple-video’s heb.’
Joehoeoe! We zijn voor elkaar gemaakt.
Ik ging op de divatour. Glimlachte mysterieus. Zei niks. Het is namelijk belangrijk dat je niet automatisch antwoordt, alleen maar omdat iemand je iets vraagt. Dat heb ik begrepen toen ik Melanie